“Het elektriciteitsnet is een cruciale schakel in de uitvoering van de RES”

In de RES 1.0 is op grond van draagvlak vaak gekozen voor op zon op dak. Die keuzes zijn niet altijd even gunstig voor het elektriciteitsnet. “Essentieel onderdeel in de uitvoering van de RES’en is de aansluiting op het elektriciteitsnet”, aldus Marjolijn Bonnike, relatiemanager bij netbeheerder Liander. “In de uitwerking van de zoekgebieden is het daarom belangrijk dat we gaan faseren. Want we kunnen niet al het werk aan het elektriciteitsnet tegelijk uitvoeren.” 

Marjolijn Bonnike praat als vertegenwoordiger van Liander mee in de werkgroep van energieregio Noord-Holland Noord. Daarnaast is Bonnike betrokken bij de RES van Noord-Holland Zuid omdat de deelregio’s Zaanstreek Waterland en IJmond ook onder haar werkgebied vallen. Het RES-proces is zorgvuldig doorlopen, vindt ze. “Gemeenten, stakeholders en burgers hebben allemaal kunnen bijdragen. Als netbeheerder hebben we een podium gekregen om aan te geven wat het aanbod betekent voor het elektriciteitsnet. Het bewustzijn van de effecten van de RES op de energie-infrastructuur is enorm gegroeid.” 

Slim oplossen

Dat bewustzijn is hard nodig, de impact van de keuzes in de RES op het elektriciteitsnet is groot. “In het RES-proces waren draagvlak en ruimtelijke inpassing belangrijke afwegingskaders”, aldus Bonnike. “Daardoor bestaat meer dan de helft van de zoekgebieden uit zon op dak. Dat is begrijpelijk, zon op dak is ruimtelijk gezien makkelijk in te passen. Maar inpassen in het elektriciteitsnet is minder makkelijk, omdat de zonnepanelen aangesloten moeten worden op het middenspanningsnet. Om zon op dak mogelijk te maken moeten wij op heel veel plekken extra kabels aanleggen. De vraag is of dat wel op tijd te realiseren is en zo ja tegen welke kosten en overlast. Met een zonnepark heb je op één plek veel opwek die we rechtstreeks kunnen aansluiten op een transformatorstation. Dat kunnen we sneller, met minder uitbreiding aan het net en dus minder maatschappelijke kosten doen.”

Toch is veel opwek op één plek geen standaardoplossing. Transformatorstations kunnen een grote hoeveelheid energie niet altijd aan. “Met de impactanalyses in de RES 1.0 van Noord-Holland Noord* en Noord-Holland Zuid* hebben we zichtbaar gemaakt welke transformatorstations overbelast kunnen raken. Soms moeten we dan stations uitbreiden, maar soms kan het ook anders opgelost worden. Bijvoorbeeld door de opwek in een gebied iets kleiner te maken, waardoor we deze wel kunnen aansluiten op een bestaand transformatorstation. Verder kunnen zonnepanelen het best geplaatst worden op plekken waar constant veel energie wordt verbruikt, zoals bij koelhuizen en fabrieken. Dan hoeft de opwek niet het net op en dat scheelt weer in de kabels.”

Elektriciteitsvluchtstrook

Oog hebben voor de impact op het elektriciteitsnet is een voorwaarde voor de uitvoerbaarheid van de RES, meent Bonnike. “Sommige gebieden kunnen nu al aangesloten worden, zoals bij de zoekgebieden Boekelermeer I en II bij het gelijknamige bedrijventerrein in Alkmaar. Deze zoekgebieden voor wind liggen dicht bij een transformatorstation met voldoende capaciteit en aansluitmogelijkheden. Als we op deze manier naar de zoekgebieden kijken – welke passen nu al, welke passen met wat kleine aanpassingen en welke passen voorlopig niet – dan scheelt dat tijd, geld en vierkante meters voor nieuwe transformatorstations.”

Wat extra ruimte geeft, is dat sinds 1 januari van dit jaar wettelijk is toegestaan om de dubbele energie-infrastructuur ook in te zetten voor opgewekte elektriciteit uit zon- en windprojecten. “Die dubbele infrastructuur was aanvankelijk alleen bedoeld voor het opvangen van storingen. Voor sommige gebieden kan het een oplossing zijn om gebruik te maken van deze ‘elektriciteitsvluchtstrook’. We zijn aan het onderzoeken waar dat technisch mogelijk is.”

Toenemende vraag en aanbod

Omdat Bonnike bij zowel Noord-Holland Noord als Noord-Holland Zuid betrokken is, kan zij de opgave van de twee energieregio’s goed vergelijken. “Bij beide regio’s is veel werk te doen. Maar waar bij Noord de noodzaak van uitbreiding van het elektriciteitsnet voortkomt uit de toename van het aanbod van duurzaam opgewekte energie, is bij Zuid uitbreiding nodig omdat de energievraag sterk toeneemt. In de stedelijke omgeving van Noord-Holland Zuid wordt er steeds meer elektriciteit verbruikt door de groei van elektrisch vervoer, datacenters en de warmtetransitie in de gebouwde omgeving.”

Liander heeft in de netimpactanalyses in de RES 1.0 de planning en kosten van de benodigde uitbreidingen in Noord en Zuid op een rij gezet. “In Noord-Holland Zuid verwachten we dat 75% van het bod in RES 1.0 aangesloten kan zijn in 2030. We moeten daarvoor nog wel veel werk verrichten. Daarmee is zo’n 240 tot 520 miljoen euro gemoeid en 40 tot 90 hectare voor transformatorstations. In Zuid is namelijk, naast de uitbreiding van 29 bestaande stations, nieuwbouw van 27 extra transformatorstations nodig. Dit is dus ook nodig vanwege de groeiende energievraag.” 

Voor Noord-Holland Noord verwacht Liander vooral bestaande transformatorstations te kunnen uitbreiden en minder nieuwe stations te bouwen. “Hier zijn de kosten 70 tot 140 miljoen en is ‘maar’ 8 tot 16 hectare grond nodig. We kunnen nu al 50% van de zoekgebieden op het elektriciteitsnet aansluiten mits we hier slim mee omgaan. Verder verwachten we nog eens 25% in 2030 aangesloten te hebben. Voor zowel Noord als Zuid geldt dat we voor de resterende 25% van het bod wel netuitbreidingen op het oog hebben, maar dat de realisatie ervan een grote uitdaging zal zijn. De verwachting is dat dit na 2030 wordt. Overigens zijn de kabels die nodig zijn voor zon op dak geen onderdeel van de netimpactanalyse. Die vallen dus nog buiten deze planning en kosten.”

Alle betrokkenen doordrongen

Hoe concreter de RES wordt, hoe preciezer Liander de cijfers kan maken, vertelt Bonnike. “Nu is de bandbreedte nog erg groot. Zoekgebieden kunnen kleiner of groter worden, afvallen of erbij komen. Met de RES 1.0 ligt er in ieder geval een eerste mooie strategie. Nu is verdere samenwerking nodig om deze te realiseren. Daarbij moet energie-infrastructuur een duidelijke plek hebben, naast draagvlak en ruimtelijke inpassing. Alle betrokkenen zijn daarvan wel doordrongen. Het elektriciteitsnet is een cruciale schakel in de uitvoering van de RES.” 

*Netimpactanalyse Noord-Holland Noord en Netimpactanalyse Noord-Holland Zuid

Deel deze informatie:
Naar bovenNaar boven
Snel naar NH Zuid
Snel naar NH Zuid