“Het is essentieel dat iedereen over zijn eigen hekje stapt”

“Door de groeiende economie en de versnelling van de energietransitie raakt het elektriciteitsnet op steeds meer plekken vol”, zegt Jocelyn Schaap, strategisch omgevingsmanager bij netbeheerder Liander. “We weten wat er nodig is en wat slimme oplossingen zijn, maar om die te kunnen uitvoeren moeten alle betrokken partijen goed met elkaar samenwerken en ver vooruitkijken.”

Jocelyn Schaap

De druk op het elektriciteitsnet neemt toe. Steeds meer mensen stappen over van aardgas naar een warmtepomp en gaan elektrisch rijden. Daarnaast nemen datacenters en glastuinbouw steeds meer elektriciteit af en willen zonne- en windmolenparken juist terugleveren. “In de Regionale Energiestrategie moeten we die ontwikkelingen op elkaar afstemmen”, vertelt Jocelyn. “Daarbij kijken we naar samenwerking op het energiesysteem als geheel. Hoe kunnen we daarin zo slim mogelijk met elkaar optrekken?”

Samen met de provincie, gemeenten, waterschappen, maatschappelijke organisaties en bedrijven brengt Liander in kaart wat er nodig is om te zorgen dat het energiesysteem in Noord-Holland klaar is voor de toekomst. “Een deel van het antwoord is uitbreiding van het elektriciteitsnet met extra kabels en verdeelstations. Liander is daarin volop aan het investeren. Naar verwachting wordt transformatorstation De Weel begin volgend jaar in gebruik genomen. Transformatorstation Middenmeer is al in bedrijf. Liander zorgt voor de verbindingen van 99 windmolens van Windpark Wieringermeer met dit station. Deze windmolens leveren groene stroom aan zo’n 280.000 huishoudens. In Noord-Holland hebben we inmiddels 611 megawatt aan zonne-energie en 363 megawatt aan windenergie aangesloten op het netwerk.”

Slimme oplossingen
Liander is zich ervan bewust dat het geld dat ze investeren gemeenschapsgeld is. “We willen dat zo doelmatig mogelijk besteden om te voorkomen dat de energierekening omhoogschiet”, aldus Jocelyn. “Daar komt bij dat we met een enorm tekort aan technici kampen. Liever leggen we minder kostbare nieuwe kabels aan en zetten we de schaarse technici in voor essentiële werkzaamheden, zoals aansluiting van klanten op het net.”

Uitbreiding is dus zeker niet het enige antwoord. Er zijn andere, slimme oplossingen. “Bijvoorbeeld: zorgen dat opwekking en gebruik van elektriciteit zo dicht mogelijk bij elkaar liggen, zodat transport over het net minimaal is. En kijken naar de combinatie van zonnevelden en windparken. Als de zon hard schijnt, waait het meestal niet hard en andersom. Wanneer we zonnevelden bij windmolens plaatsen, kunnen we daar gebruik maken van dezelfde kabel. Om hierin slim te kunnen opereren hebben we iedereen nodig: gemeenten, provincies, maar ook de Rijksoverheid.”

Aanpassing van de wet
De mogelijkheden op het net zijn groter dan in de wet is vastgelegd. De Rijksoverheid kan dan ook helpen door aanpassing van de wet, vindt Jocelyn. “Nederland heeft één van de meest betrouwbare netwerken van de wereld: overal liggen reservekabels en staan reservetransformators. Dat is belangrijk voor een betrouwbare stroomlevering. Deze dubbele infrastructuur is ook verplicht voor wind- en zonneparken. Maar vanwege de hoge kosten en onnodige verzwaring van ons netwerk zouden wij liever enkelvoudig aansluiten. Daar kan de wetgever helpen. En wanneer we een wind- of zonnepark tijdens een hoge piekbelasting – in praktijk maar een paar uur per jaar – van het net mogen afschakelen, zou dat ook helpen. Daarmee kunnen we hoge netinvesteringen kunnen voorkomen. We zijn continu in gesprek hierover met het ministerie van Economische Zaken.”

Voorschot in de RES
Intussen is samenwerking met provincie en gemeenten voor Liander van groot belang. “We moeten niet alleen kijken hoe duurzame opwekking er boven de grond uitziet, maar ook wat windmolens en zonnevelden betekenen voor de infrastructuur boven én onder de grond. In 90% van ons gebied is er ruimte voor zonnevelden, maar als projectontwikkelaars allemaal op hetzelfde dunbevolkte plekje willen waar de kabels dun zijn, dan kan dat niet. Dat soort zaken moet voor iedereen duidelijk zijn.”

Jocelyn verwijst in dat verband naar een interview met Edward Stigter, gedeputeerde van de provincie. “Hij gaf aan dat het energievraagstuk niet begint of stopt bij de grens van een wijk, gemeente of provincie. Helemaal eens. Het is essentieel voor de beslissingen die we met elkaar moeten nemen, dat iedereen over zijn eigen hekje stapt. Alle partijen die betrokken zijn bij de transitie moeten samenwerken. We nemen nu een voorschot daarop in de RES.”

Deel deze informatie:
Naar bovenNaar boven
Snel naar NH Zuid
Snel naar NH Zuid