“Wat nu is opgeleverd, is pas het concept”

De voorlopige concept-RES is afgerond. Even kunnen Wies Thesingh en Odile Rasch, programmamanagers RES Noord-Holland Noord, rustig ademhalen en terugkijken. Het proces naar de concept-RES is volgens planning verlopen, de programmamanagers zijn trots op wat er is neergezet in korte tijd. “Kritiek is er altijd”, aldus Thesingh. “Mensen zouden te laat betrokken zijn. Ik zie dat als iets positiefs, het is goed dat mensen aangeven dat ze willen meedoen. We zijn nog maar net begonnen.” 

Thesingh en Rasch kijken terug op een bijzonder proces en participatietraject voor de concept-RES. “We hebben 47 bijeenkomsten georganiseerd en ruim 1500 mensen gesproken, vertelt Rasch. “En dat in een best korte tijd. In het najaar van 2019 zijn we daarmee begonnen, in februari hebben we het traject afgerond. Het was een strakke planning, die we niet had kunnen halen zonder de medewerking van alle betrokkenen.”

Toch is er in Noord-Holland Noord ook kritiek op het proces. Zo zou niet iedereen gehoord zijn. “Mensen beseffen nu dat het belangrijk is om mee te doen”, aldus Thesingh. “Dan is het goed te weten dat het bij de RES gaat om een langjarige samenwerking. Wat nu is opgeleverd, is pas het concept. Ik zou zeggen: grijp het met beide handen aan. Kom met je ideeën. Ook alternatieve plannen hebben een plek.”

Alternatieve plannen en visies
Die alternatieve plannen en visies zijn er. Er is zelfs een groep die op basis van de opbrengsten van de lokale bijeenkomsten een volledige alternatieve RES heeft geschreven. “Die betrokkenheid is geweldig”, vindt Thesingh. “Maar we moeten ook rekening houden met de inbreng van vele anderen, zoals vertegenwoordigers van gemeenten, natuur-en milieuorganisaties, energiecoöperaties en LTO. Want ook zij hebben een visie op de RES. De kracht van de RES is dat het alle belangen, ideeën en meningen samenbrengt.” 

“Vorig jaar was iedereen nog afwachtend”, vult Rasch aan. “Nu zie je dat iedereen heel actief heeft meegedaan – inwoners, bedrijven, belangenorganisaties, bestuurders en ambtenaren. Tijdens de bijeenkomsten was ruimte om te praten over wat ze willen en zeker ook over wat ze niet willen. Opvallend dat we dan toch op zo veel zoekgebieden zijn uitgekomen. De bijvangst van de bijeenkomsten waren de ontmoetingen tussen mensen die een actieve rol willen spelen in de energietransitie. Ik weet zeker dat die ontmoetingen vruchten gaan afwerpen.” 

Tussen ambitieus en realistisch
Het aanbod van Noord-Holland Noord is 2.0 TWh extra duurzame energie, boven op de 2,2 TWh die al in de regio opgewekt wordt. “Het aanbod zit tussen ambitieus en realistisch”, vindt Rasch. “Sommige zoekgebieden zijn concreet, andere zijn globaal. Neem het IJsselmeer. Ook als we maar een klein stuk willen gebruiken voor opwek, is de vraag wat precies mogelijk is en waar. Daarbij moeten we rekening houden met uiteenlopende belangen van diverse partijen. Het aanbod kan op dat punt dus nog veranderen. En ook andere zoekgebieden hebben te maken met vele, soms tegenstrijdige, belangen.” 

“Als programmamanager ben ik in principe niet van de inhoud”, vervolgt Thesingh. “Maar als bewoner verrast mij de hoeveelheid zoekgebieden. In de concept-RES staan er zestig. Ik had nooit verwacht dat er zoveel mogelijkheden gezien zouden worden. Zelfs op Texel is ruimte gevonden. En Hollands Kroon doet al heel veel en toch is er ruimte is voor extra zonnepanelen. Ik ben daarom niet alleen trots op het participatieproces, maar ook op het aanbod in onze concept-RES.”

Economische kansen
Ook Noord-Holland Zuid doet een aanbod van 2.0 TWh extra. Als iedere regio dat doet komen ze ruim boven de vereiste 35 TWh voor Nederland in totaal. De vraag is of het niet ietsje minder kan in Noord-Holland Noord. “Dat zou een standpunt kunnen zijn”, zegt Rasch. “Maar bestuurders hebben aangegeven dat we als Nederland solidair moeten zijn in zulke grote maatschappelijke opgaven.  Noord-Holland Noord heeft veel zon- en winduren. De regio zet daarom in op wat kan en wat past. En niet alleen omdat het een nationale klimaatdoelstelling is, maar ook omdat het goed is voor de regio. Met de energietransitie komen economische kansen mee. Voorbeelden zijn de waterstofontwikkeling in de haven van Den Helder. En Greenport A7 met geothermie voor verwarming van kassen. Duurzame energiebronnen zijn steeds meer voorwaardelijk voor economische ontwikkeling van de regio en voor individuele bedrijven.”

Belangrijk daarbij is dat de lusten en lasten eerlijk verdeeld worden, zo bleek tijdens het proces. “Je ziet steeds meer lokale energiebedrijven in de regio”, aldus Thesingh. “De gemeenten moeten zorgen dat daarbij financiële participatie van bewoners of bedrijven gerealiseerd wordt, zodat het geld terugvloeit naar de regio. Voor veel projectontwikkelaars is dat al het nieuwe normaal. Het is een kwestie van aan de slag, dan komen de goede voorbeelden.”

Opgave is leidend
De concept-RES biedt in ieder geval voldoende gespreksstof voor gemeenten. “Vanaf het begin is aangegeven: de opgave is leidend, bestaand beleid niet”, aldus Thesingh. “Laten we voor de RES 1.0 dus vooral met elkaar in gesprek gaan over hoe we knelpunten kunnen oplossen. Ik weet zeker dat in de RES 1.0 dingen gaan schuiven, maar dat is prima. De concept-RES is een eerste plan, dat steeds verder wordt aangevuld en aangescherpt. Als programmamanagers moeten daarbij goed luisteren naar geluiden die we ophalen over het proces. Wij leren ook door te doen.” 

Deel deze informatie:
Naar bovenNaar boven
Snel naar NH Zuid
Snel naar NH Zuid